Een opvallende docent bij het harmonicaweekend Trek er es Uut was Bjørnar Haugen. Niet eerder kregen Nederlandse spelers de kans om van een Noorse harmonicaspeler les te krijgen. Bovendien bleek Bjørnar tijdens het concert op zaterdagavond ook nog een bekwaam entertainer met gevoel voor show. Een mooie gelegenheid voor een interview met een speler uit een relatief onbekende cultuur.
Hoe zit het met de namen van de balg-instrumenten in Noorwegen?
“In Noorwegen noemt men een diatonische harmonica een Durspill, een term die voor eenrijers, tweerijers en drierijers gebruikt wordt. De naam ‘tweerijer’ kennen de Noren ook, Torader. Een chromatisch accordeon heet Trekspill. In Noorwegen kom je ook wel accordeons met pianoklavier tegen, maar de knopaccordeon wordt meer gebruikt, zij het met een ander systeem dan in de meeste Europese landen. Wij gebruiken het Russische systeem.”
Jij speelt zowel diatonische tweerijer als chromatische vijfrijer. Waar ben je mee begonnen en wanneer?
“Het is het verhaal zoals je dat zo vaak hoort. Mijn opa had een tweerijer, maar speelde nie meer. Hij gaf het instrument aan mijn broer en mij. lk was toen negen. Ik bleek meer muziek in me te hebben dan mijn broer, dus ik speelde er meer op. Maar ik heb er niet veel mee gedaan. Toen ik elf of twaalf was, ben ik op accordeonles gegaan. Heel serieus, noten leren, alleen was ik eigenlijk nog te jong. Pas toen ik op mijn vijftiende bij een accordeonvereniging kwam, begon het pas echt wat te worden. lk ontmoette daar een man die me eigenlijk alles heeft geleerd, die heeft echt het vuur in me ontstoken. Weer wat later ben ik me toen ook gaan toeleggen op de tweerijer.”
De trekharmonicaspelers
lijken er meer lol in te hebben
In Nederland lijken accordeon en trekharmonica soms gescheiden werelden. Hoe is dat in Noorwegen?
“Er zijn in Noorwegen wel meer spelers zoals ik die beide instrumenten spelen, maar ik zie ook verschillen. Het is vooral streekgebonden. In streken waar de accordeon populair is, lijkt het allemaal wat serieuzer. De trekharmonicaspelers lijken er meer lol in te hebben.”
Wat is in Noorwegen de gebruikelijke trekharmonica?
“De tweerijer kom je het meest tegen. De gebruikelijke stemming is G/C, ik denk dat 80 procent in die stemming staat. De rest is A/D. In Noorwegen is er één bouwer, Olav Bergflødt, die heel mooie houten instrumenten maakt. Het is niet gebruikelijk om met een gedraaide vijfde toets te spelen. lk snap dat het voor sommige passages handig kan zijn om een getrokken g te hebben, maar je kunt dat ook oplossen door een snelle balgwisseling. Door de knop te draaien verstoor je de logica van het instrument.”
Jij speelt met alle vijf vingers van je rechterhand
“Ja, ik gebruik mijn duim om akkoorden te vormen, of om de verste toetsen te spelen, zoals de halve tonen aan het uiteinde van de rijen. Op een vijfrijer is het ook gewoon om je duim te gebruiken, waarom zou je het op een tweerijer niet doen? Ik houd ervan de grenzen van het instrument te verleggen. Door bijvoorbeeld met de bassen een melodielijn te spelen. Dat kostte me veel oefenen, maar ik vind het een leuk effect. Sommige mensen vinden de tweerijer een beperkt instrument. Maar ik denk dat de beperking meestal niet in het instrument zit, maar in de speler. Ga zelf de mogelijkheden ontdekken, dat is mijn boodschap aan de spelers. No limits.”
Speel je daarom ook ander repertoire dan volksmuziek?
“Zeker. Na een paar jaar volksmuziek begon ik een beetje verveeld te raken van steeds weer deze[fde soort melodietjes. lk ben toen zelf dingen gaan schrijven, maar ik ben ook andere muziek voor harmonica gaan bewerken, zoals popmuziek. Ik vind het leuk om met swing te spelen. Nogmaals, het zit erin op dit instrument, dus waarom zou je je beperken? Daarbij houd ik ook van een beetje show. Ik maak graag grappen op het podium, dat zit nu eenmaal in mij.”
Je bent al jaren professioneel muzikant. Wat doe je zo al?
“lk speel in alle mogelijke formaties. Wil iemand een soloconcert, dan doe ik dat. Willen ze een duo, ook goed. Of een hele band, ik heb een uitgebreid netwerk aan contacten met andere muzikanten. Soms denk ik er over zanger te worden. Voor zangers is er een betere markt dan voor instrumentalisten. Naast concerten doe ik van alles: ik maak cd’s, ik maak boeken, ik repareer en stem accordeons – al vind ik het leuker zelf te spelen-, en ik schrijf zelf nieuwe composities.”
Hoe is je eerste workshop in Nederland bevallen?
“Heel goed. lk vind het opvallend dat dit festival zo internationaal is. In Noorwegen zijn er ook wel workshops voor trekharmonica, maar daar komen alleen maar Noren. Wat mij betreft zouden we deze formule ook in Noorwegen kunnen invoeren. Het viel me wel op dat er in Nederland zo veel verschillende notaties voor harmonicamuziek worden gebruikt. In Noorwegen is er één standaardnotatie, inclusief gewone noten, want die blijven toch onmisbaar, bijvoorbeeld als je met andere instrumenten samen speelt.
Mijn ervaring is overigens dat 90 procent van de harmonicaspelers geen noten leest. lk raad de docenten en uitgevers in Nederland aan om samen één systeem van noteren af te spreken.”