Vijf jaar geleden meldde de Haagse harmonicaspeler Eduard Bekker zich bij de redactie van het Diatonisch Nieuwsblad. Hij wilde wel een internetpagina maken voor het DN. Dat hebben we geweten.
Sinds Eduard op zijn site ook de mogelijkheid biedt een proefnummer op te vragen, is het aantal abonnees enorm gestegen.
Daarnaast mag de harmonicahoek op internet zich in een toenemende belangstelling verheugen. Het lustrum van de site is een mooie aanleiding voor een interview met onze web-wizard.
Hoe kwam je zelf in de harmonicahoek terecht?
Ik heb vroeger klassiek gitaarles gehad, maar had al vanaf de jaren zestig ook wel belangstelling voor folk, zoals Fairport Convention.
Toen ik in Wageningen studeerde kwam ik echt in het circuit van geitewollensokkendragende folkliefhebbers. Via de LP ‘Draailier en Doedelzak’ met onder meer de groep ‘De Vlier’ uit Vlaanderen met de bekende Hubert Boone ging er echt een wereld voor me open. Ik dacht toen nog “als ik het prachtig vind, zal iedereen het wel prachtig vinden”, maar daar ben ik later toch wel van teruggekomen.
Ik kreeg belangstelling voor de cajun-harmonica of de diatonische accordeon, maar pas in 1995 kreeg ik mijn eerste trekharmonica in handen. Een speelgoedding van het merk Hero, waar je toch nog verrassend veel op kon spelen. Na een jaar heb ik een eenrijer gekocht met vier bassen, ik speelde in mijn uppie.
Ik raakte pas echt verkocht toen ik op de boot van Enkhuizen naar Stavoren een jonge meid, Ellen Schot, trekharmonica hoorde spelen. Zo goed, zelfs melodiëen in mineur. Ik was stomverbaasd dat dat kon.
Via een abonnement op het Diatonisch Nieuwsblad hoorde ik in 1997 van het diatonisch weekend, dat gelijk viel met een reünie van mijn middelbare school. Moeilijk kiezen, maar het werd toch het diatonische weekend. Daar heb ik geen minuut spijt van gehad. Jammen in de bar met Willem Schot, fantastisch. Mensen om je heen, dat is voor mij de helft van de lol van het harmonicaspelen. In 1998 ben ik voor het eerst naar Trek er es Uut in Groesbeek gegaan, dat was helemaal het einde. Nu zit ik helemaal in de harmonicawereld.
Je hebt inmiddels heel wat workshops gevolgd. Wie zijn je grote voorbeelden?
Dat zijn er wel verschillende. Ik ben heel enthousiast over Carl Erik Lundgaard Jensen. Die man heeft niet alleen heel mooi repertoire, hij brengt het ook zo leuk. De sfeer in zijn workshop is heel goed. Ik houd zelf meer van het populaire genre dan van specialistisch lers of Bretons.
De workshop bij Kok de Koning vond ik erg leuk, al die melodietjes in tex-mex stijl, tweestemmig. In Nederland vind ik Frans Tromp erg goed, maar ook een man als Arie Doeksen, die nog echt in de traditie staat. Ik speel zelf makkelijk uit mijn hoofd, maar ik ben geen ster. Ik speel nog niet relaxed genoeg.
Met internet ben je heel handig. Was je altijd al geïnteresseerd in techniek?
Ach, ik heb vroeger al wel zelf radiootjes in elkaar gezet. Maar ik ben niet een echte voorloper geweest met de computer. Pas toen ik als journalist bij het Utrechts Nieuwsblad van thuis artikelen doorstuurde naar de krant, ging ik me meer met computers bezighouden. Via kranten als de Gooi-en Eemlander en de Haagsche Courant kwam ik in aanraking met opmaak, eerst nog echt met tekenen, later via de computer.
Pas bij het blad Cobouw ben ik echt met volwaardig elektronisch opmaaksysteem gaan werken. Tegen de tijd dat ik daar weg ging, had ik al wel wat ervaring, zoals met het blad voor de Haagse afdeling van de Fietsersbond, De Fietsbel. Op zeker moment heb ik een eigen website gemaakt, en vanaf het moment dat ik een verhaal over de trekharmonica erop had gezet, begon het te lopen. Zo kwam ik tot De Harmonicahoek, misschien wel de eerste harmonicasite.
Een opvallend mooie site, die veel wordt bezocht
Ik zit nu op zo'n honderd bezoekers per dag. Als ik een nieuwsbrief verstuur, of het programma van Trek er es Uut staat er op, heb ik duidelijk meer bezoekers dan normaal. Via De Harmonicahoek heb ik ook klanten gekregen voor wie ik een website heb ontworpen, want dat is nu mijn broodwinning. Ik heb onder meer de sites voor Karel van der Leeuw, Frans van der Aa en De Muse van Henk Kuik gemaakt. Gelukkig word ik ook regelmatig van nieuws en foto's voorzien, door mensen als Lia en Karin van de Veur.
Er is ook de site van de Stichting Trekharmonica Friesland (www.stf.nl). Een geduchte concurrent?
Welnee, ik vind dat we elkaar mooi aanvullen. De stf-site is een echte startpagina, met geweldig veel links, maar geen eigen artikelen of foto's. De Harmonicahoek is precies andersom. We verwijzen ook naar elkaar.
Verwacht je dat het Diatonisch Nieuwsblad uiteindelijk alleen nog maar op Internet verschijnt zoals het Belgische tijdschrift het Bourdonske?
Daar geloof ik niet in. Hoe enthousiast ik zelf ook ben over de mogelijkheden van internet, bijvoorbeeld om (blad)muziek uit te wisselen, om lekker te lezen gaat er toch niets boven een gedrukt tijdschrift. Lekker onderuit op de bank met het DN, dat is voor mij lezen. Dat zie ik me met mijn nieuwe Apple echt niet doen.