Twee Haagse trekharmonikaspelers geven de rondvaart voor gezelschappen door de Haagse grachten een muzikaal tintje. Een diatonisch tintje, welteverstaan: de trekharmonika vormt het instrument bij uitstek voor dergelijk vaartochtjes.
En dat niet in het minst, omdat er een groot beroep op de flexibiliteit van de muzikanten wordt gedaan.
Het kan regenen: spelen onder de plu’s is dan het devies. Er moet veel en diep worden gebukt voor de diverse vaste bruggen. Zelfs een accordeonist loopt dan het risico te worden geplet door zijn eigen instrument, maar een harmonica valt tussen het gevoel wel weg te moffelen. Wat de Hohner bij uitstek geschikt maakt is de getrokken C, die wel heel erg veel weg heeft van een heuse scheepstoeter: succes verzekerd!
Opmerkelijk is dat tijdens de tochten van de Ooievaart vaak om het populaire genre wordt gevraagd: ‘Oh, oh, Den Haag’, ’Aan de Amsterdam Grachten’, of zelfs een tango (‘Dit is toch een bandoneon?’). Reden om het repertoir eens fors uit te breiden.
Maar voorlopig zullen de toehoorders het moeten doen met bijvoorbeeld de Snertwals. Overigens is dit ook wel een beetje de missie: de vaargasten laten horen dat traditionele muziek ook zeker de moeite waard is.
Achteraf naar dit naderhand ingestuurde videofragment kijkende verbazen wij ons over de drukke bewegingen, terwijl dit bij deze Achterhoekse deun toch echt niet nodig is. Enige showelement zal er niet vreemd aan zijn. Het onvermoeibare continue musiceren ontlokte wel een reactie aan een van de opvarenden; “Joh, je ben een echt Duracell Konijn!”.