Op 13 september overleed op 89-jarige leeftijd Piet de Jong. De speelman van de volksdansgroep West op Terschelling heeft een belangrijke rol gespeeld bij de harmonica-revival in Nederland. Hij was de man die Frans Tromp op het spoor van de harmonica zette. En daarmee indirect verantwoordelijk voor al die gedraaide vijfde toetsen. Frans Tromp haalt herinneringen op.
Ik kwam met Piet de Jong in contact via Elsche Korf. Zij had voor haar volksdansopleiding een scriptie geschreven over de volksdans op Terschelling. Ik las daarover in het blad van de toenmalige Nederlandse Volkdansbeweging en was zeer geïnteresseerd. Het moet 1973 of 74 geweest zijn dat ik voor het eerst op Terschelling de harmonicaspelers opzocht. In Midsland had je Arie van Buren, op West had je Piet de Jong en Willem de Hek. Piet was eigenlijk danser, die is de dansgroep pas later gaan begeleiden. Ik heb nog een foto van hem waarop hij al dansend met zijn armen om zijn vrouw heen harmonica speelt.
De stijl van spelen van die mannen sprak me bijzonder aan. Het is krachtig, er zit een heel goede cadans in, en ze gebruiken vaak akkoordklanken aan de rechterkant. Ze spelen vaak met drie vingers tegelijk op de toetsen. Wat dat betreft zit er wel overeenkomst met de Achterhoek, mijn andere inspiratiebron.
Waarbij Terschelling vaak nog iets rijkere akkoordenschema’s kent. Ik heb echt heel veel aan Piet de Jong gehad. Voor mij is hij een soort goeroe geweest. Zijn invloed is denk ik nog steeds in mijn manier van spelen te horen. De nadruk op cadans, de stevige ritmiek, de accenten. In die zin voel ik me nog wel in de traditie staan, en hoop ik de traditie ook weer door te geven.
In de Nederlandse harmonicawereld kom je veel nootjesneukers tegen, mensen die alleen maar allemaal nieuwe wijsjes willen leren. Voor mij gaat het bij harmonica spelen om iets anders, om hoe je speelt. Wat dat betreft heb ik aan Piet de Jong een fantastische leermeester gehad.
Het verhaal van de gedraaide vijfde toets is bijzonder. Het kwam niet alleen op Terschelling voor, maar ook in Brabant, Gees Eekels deed het ook. Volgens de verhalen zou het op Terschelling zijn gemtroduceerd door een Brabander die tijdens de oorlog van 14-18 was ingekwartierd op het eiland. Hij zou bij het onderhoud van zijn tongen een tong verkeerd hebben teruggeplaatst, waarop hij ontdekte dat het wel handig was. Op West draaiden de speelmannen de vijfde toets wel, in Midsland niet.
Piet de Jong speelde ook andere instrumenten, zoals viool, accordeon en orgel. Maar de harmonica was echt zijn instrument. Hij had hem vast met het duimriempje, misschien wel vanwege het directe contact met het instrument. Piet de Jong had harmonica's in C/F, G/C en A/D. Vlak voor ik kwam werd er meer op G/C gespeeld, misschien is Piet wel mede door mij weer meer op de C/F gaan doen.
Hij wilde zijn muziek graag doorgeven, hij was heel hartelijk. Ik ben hem ook altijd blijven opzoeken, al zat er soms lange tijd tussen. Tot het einde van zijn leven bleef hij het leuk vinden om samen te spelen. Hij wilde het liefste een stukje liegen. Daarmee bedoelde hij muziek maken die er niet staat, ofwel improviseren. Dat vond hij heerlijk. Ik ben begin dit jaar nog bij hem geweest, toen hebben we ook nog samen zitten liegen.
Elsche Korf zegt dat met Piet de Jong een heel bijzonder mens is heengegaan. Hij was heel intelligent, maar had alleen lagere school; iets uit boekjes leren was niets voor hem, hij moest het zelf uitzoeken. Daar kwam hij ver mee. Elektrotechniek, autotechniek, hij wist er wel raad mee. Hij heeft gewerkt in het loodswezen, hij was banketbakker. Maar hij viel natuurlijk vooral op door zijn grote muzikale talenten. Hij speelde zoveel instrumenten: zingende zaag, piano, banjo.
En hij speelde niet alleen de Terschellinger volksdansen, hij speelde ook in dansorkestjes voor ballroomdansen. Wat Piet voor mij zo’n goede dansmuzikant maakt, is dat zijn spel precies vertelde wat je moest doen. Hij keek ook altijd naar de dansers, hield rekening met individuele verschillen. Als een danser iets te traag was op de muziek, speelde hij gewoon twee tellen extra, zodat het toch goed uitkwam. Piet de Jong oefende nooit, het kwam hem aanwaaien. Piet heeft wel eens tegen mij gezegd dat hij eigenlijk weinig met zijn talent gedaan heeft.
Ik bewaar heel warme herinneringen aan deze bijzondere man. Hij kwam me altijd ophalen en wegbrengen. Dan kreeg ik zelfgebakken pondkoeken mee, een typisch Terschellinger tractatie. Veertien dagen voor zijn dood ben ik nog bij hem thuis geweest.
Toen speelde hij nog loepzuiver een melodie van Carl Erik Lundgaard Jensen op zijn viool.