Ingewijdenenden weten het waarschijnlijk wel. Onze wens om ooit eens een heuse orginele Vlaamse lepelbasser te bezitten. Sinds vandaag is die wens in vervulling gegaan. En wel in het Brabantse Waspik.
Alhoewel een lepelbasser van dit type me niet bepaald makkelijk lijkt te spelen en het zich toch wel logge instrument zich volgens mij niet echt leent voor virtuoos vingerwerk, ben ik altijd gecharmeerd geweest van het kleppengebeuren en de vrolijk snorrende, wat nasale basgeluiden, die zo tekenend zijn voor de CD's van 't Kliekske en het Brabants Volksorkest.
De trekkast (die zijn naam echt eer aan doet, want geen enkele harmonica-koffer of -rugzak kon het ding met de afmetingen van een bananendoos herbergen) stond enkele weken geleden te koop op Marktplaats en bleek afkomstig uit een collectie van een verzamelaar. Er bleek zelfs keuze uit twee exemplaren, maar de ander leek toch minder solide in elkaar te steken en de bassen klonken ons niet ‘lepelig’ genoeg.
Van de vraagprijs hebben we nog wat af kunnen krijgen, want al werkte alles, er moet toch nog wel wat aan gebeuren. De ‘hamertjes’ aan de discant raken mekaar nogal snel en de viltjes van de bassen ontbreken of zijn ook aan vervanging toe, terwijl een verfje ook geen kwaad kan. Lastiger is dat er op oneigelijke plaatsen lucht ontsnapt. Bij de mens is dat al niet zo gewenst, bij de harmonica is het onoverkomelijk. Het lijkt echter niet aan de balg te liggen, maar aan slecht sluitende kleppen. En daar kan zeker wel wat aan worden gedaan.
Het apparaat lijkt de tand des tijds goed te hebben doorstaan, ook is er niet altijd even subtiel mee omgesprongen. Het onderste bevestigingspunt voor de draagriem(-en) is bijvoorbeeld een invoudig ingedraaid enkel oog. Ook het binnenwerk getuigt niet van een subtiele montage. Om het even positief te formuleren: dit is geen massaproduct geweest, maar zeer zichtbaar puur handwerk.
Als je de tongen ziet (zink en roestig), zijn die zo te zien met kaarsvet vastgezet.
Ik heb geen firmanaam op het zwarte instrument kunnen ontdekken en kan dus ook geen schatting doen over de leeftijd. Opmerkelijk zijn de vierkante discantknoppen (die wel gecraqueleerd zijn, maar verder helemaal heel). Nog opmerkelijker is de stemming, die wij eigenlijk als G/C hadden verwacht. Het bleek B/E, dus niet Bes/Es, wat je nog eerder zou verwachten, maar echt BE. Wel grappig natuurlijk voor een instrument uit BElgië, natuurlijk.
Inmiddels hebben wij uit betrouwbare bron mogen vernemen, dat de C sinds de jaren 30 in frequentie omhoog is gegaan en dat het instrument dus waarschijnlijk ‘gewoon’ CF was gestemd (Later onderzoek door Karel van der Leeuw heeft inmiddels aangetoond, dat het echt om ee B-E gestemd instrument gaat).
Al eerder hadden we een lepelbasser aangeschaft, maar die had maar 4 basknoppen. Het was echter een heel fraai ogend instrument, dat door Karel van de Leeuw tot een speelbaar niveau was opgeknapt. Omdat de familie niet in een harmonicamuseum wil wonen, heb ik besloten deze maar ter verkoop voor te dragen op marktplaats.
Ik ben nog nooit zelf aan de slag gegaan met een trekharmonica. Verder dan het draaien van een toets is het nooit gegaan. Gelukkig heeft een liefhebber me geholpen om het speelmeubel met flink wat kluswerk weer goed bespeelbaar te maken.