Hier is het in 1994 allemaal mee begonnen
, zegt Eduard Bekker terwijl hij op een piepkleine harmonica een wals speelt. Nu bezit hij het instrument in soorten en maten. Achter hem, langs een wand, staan er negen uitgestald.
Bekker, die als opmaakredacteur bij diverse kranten heeft gewerkt, treedt er mee op en geeft les op de harmonica, ook wel trekzak genoemd. Tot twee jaar geleden bespeelde hij het instrument geregeld als straatmuzikant.
Af en toe doet hij dat trouwens nog. Kleine kinderen en ouderen zijn dan Bekker’s grootste fans, vertelt hij. “Kinderen die net kunnen lopen, gaan dansen als zij mijn muziek horen. Ze zijn vooral gefascineerd door de balg en de knoppen. Ouderen associëren de harmonica met de vertrouwdheid van vroeger”. Hij pakt opnieuw het instrumentje, dat hij in 1994 op de Paasmarkt op het Lange Voorhout voor 35 gulden kocht. “Je kunt hiermee alleen een polka of wals spelen. Een lied als bijvoorbeeld ‘Aan de Amsterdamse grachten’ is niet mogelijk; er zitten geen mineur akkoorden op dit kleine ding”.
‘Harmonicahoek’ meldt een etalageruit op een hoek van de Wilgstraat. Op een andere staat geschreven: ‘Multimediahoek’. Lesgeven en musiceren zijn niet zijn enige bron van inkomsten. Bekker verzorgt ook drukwerk en maakt websites. Daarnaast voert hij de redactie over het BOF Bulletin, een uitgave van de Binnenstad Ondernemers Federatie die acht keer per jaar verschijnt. “Ik schrijf het bulletin voor een deel, verzorg de lay-out, fotografeer, kort teksten in en ga soms op interview”.
Voor dit gesprek vormt muziek echter de hoofdmoot. Eduard Bekker raakte in de jaren negentig steeds enthousiaster over de harmonica, het instrument dat bij het trekken een ander geluid geeft dan bij het duwen. Bij een accordeon is dat niet het geval en dat is, heel simpel gezegd, het verschil tussen beide muziekinstrumenten.
Eduard, die indertijd al gitaar en mondharmonica speelde, was snel thuis op de harmonica. Via internet kwam hij op het spoor van het Diatonisch Nieuwsblad, waar hij zich op abonneerde. “Ik las dat er workshops werden gegeven. Daar heb ik me onmiddellijk voor ingeschreven. Voor mij kwam toen de vaart erin; je ontmoette mensen die ook in de ban zijn van de harmonica en ik ontdekte het plezier van samen spelen”. Zijn eerste optreden als straatmuzikant was op het terras van ‘De Waterkant’ in het Westbroekpark. “Ik werd meteen uitgenodigd om nog een keer terug te komen”.
Bekker volgde lessen bij Irina Sarolea in Leidschendam en leerde steeds meer collega-muzikanten kennen, onder wie de Friese vriend van Sarolea. “Hij speelt fabelachtig musette op de harmonica. Dat is ontzettend moeilijk; er zitten zoveel loopjes in”. De harmonica blijkt in Friesland overigens een geliefd instrument. “Er gebeurt daar ongeloo!ijk veel op dit gebied. In ieder gehucht heb je wel een harmonicagezelschap”.
Via, via werd hij in 1998 geattendeerd op een trekharmonica- evenement voor het hele gezin in Nijmegen. “Rond Hemelvaartsdag huurt een gezelschap uit Groesbeek een ruimte in een middelbare school. Er worden dan docenten uitgenodigd uit onder meer Italië, Denemarken, Frankrijk, Engeland, Ierland en Spitsbergen. Zij overnachten in de schoollokalen, de cursisten slapen in tenten. Jonge kinderen worden beziggehouden in een spelgroep, de grotere in een muziekgroep.
Mijn zoon Jonathan heeft geleerd op een trekharmonica te spelen. Hij heeft het snel opgepikt, maar zet het helaas niet door”. Lachend: “Hij is nu veertien en vindt het absoluut niet cool om zo’n muziekinstrument te bespelen”.
Een website met wetenswaardigheden over de trekharmonica kon niet uitblijven. “Voor een optreden in de Posthoorn had ik een pagina met informatie gemaakt. Die heb ik gebruikt als basis”. En: “De website groeide en groeide. Ik kreeg ook adverteerders. Over een week verschijnt er het hele Nijmeegse workshopprogramma op. Dan wordt de site zeer druk bezocht, want je moet je snel opgeven”.
Aardig is ook om te lezen dat Den Haag ‘balgwinkelstad van Zuid-Holland is’ sinds de komst van muziekhandel Oberstadt in de Weimarstraat. Ooit, zo meldt de website, was de Residentie rijk aan diverse muziekwinkels en winkeltjes. Bekker vernam dit van een bejaarde Hagenaar toen hij met leerlingen in een oefenruimte aan het spelen was. “De deur stond op een kier. Hij kwam naar binnen en vertelde me ook dat je vroeger muziekzaken had waar je een harmonica kon huren. De man is later nog teruggekomen met zijn harmonica en heeft met ons gespeeld”.
Straks, bij een mooie temperatuur, zal hij af en toe weer in de rol van straatmuzikant kruipen. “Dan ga ik, op een doordeweeksedag, als er geen concurrentie is, naar Kijkduin. Ik doe het allemaal puur om het plezier. Als iemand geld geeft, beschouw ik dat als een blijk van waardering”.
Met zijn muziek, vindt Bekker, brengt hij een soort boodschap. “De maatschappij is zo verhard en de meeste muziek is mechanisch; bijna alles wordt tegenwoordig elektronisch versterkt. Terwijl onze traditionele muziek heel mooi is. Op de begrafenis van een nicht heb ik in een kerkje in Pieterburen op de trekharmonica een menuet van Beukema gespeeld. Deze componist woonde er 150 jaar geleden praktisch om de hoek, in Leens. Zijn menuet heb ik heel gedragen gespeeld. Het paste precies in de sfeer”.