Waar in het verhaal over ‘accordeon’ wordt gesproken wordt steeds de diatonische accordeon bedoeld ofwel de trekharmonica. De begrippen worden in de vertaling bewust door elkaar gebruikt. (WD)
Op 6 mei 1829 kreeg een orgelfabrikant uit Wenen, Cyrill Demian, een patent op zijn nieuwe uitvinding, de zogenaamde accordeon. Dat werd de geboorte van een nieuw instrument dat zich snel over de hele Westerse wereld zou verspreiden.
De eerste aanwijzingen die in Spanje bestaan over de accordeon dateren uit 1841: op de ‘Openbare tentoonstelling van producten uit de agrarische industrie’ presenteert Juan Moreno uit Madrid een accordeon van eigen makelij.
Vermoedelijk kende men in Spanje de trekzak al een paar jaar eerder, maar daarover zijn geen gegevens bekend.
Het instrument werd al snel erg populair onder muzikanten vanwege het kleine formaat en door de eenheid van melodie en begeleiding (linkerkant en rechterkant). Het feit dat er niet gestemd hoefde te worden droeg er toe bij dat veel mensen het wilden gaan bespelen.
Aan het eind van de 19e eeuw en aan het begin van 20e eeuw verschijnen talrijke accordeonbouwers in bijna heel Spanje. Er worden dan ook veel lesmethoden geschreven, zowel in standaard muzieknotatie als in cijferschrift. Ene Manuel Baquero uit Zaragoza publiceert in 1883 zelfs een handboek voor accordeonreparaties, tot op heden het enige boekwerk in Spanje over dit onderwerp.
Het succes van de accordeon was zo groot dat het zelfs andere instrumenten ging vervangen op bals en feesten. Deze populariteit viel samen met een omslag in de muziek, toen er invloeden van nieuwe muziekstijlen werden opgenomen en dansfeesten waarbij men steeds dichter tegen elkaar aan ging dansen, als paddestoelen uit de grond schoten (vergelijk de ontwikkeling van de wals in Europa aan het eind van de 19e eeuw, waarbij de eerste stap tussen de benen van de partner werd gezet, hetgeen een ware revolutie op de dansvloer veroorzaakte. WD). De trekzak werd hiermee uiteraard geassocieerd.
De strakke moraal van de Kerk stond dergelijke dansfeesten waarbij jonge meisjes zomaar in de armen van mannen vielen, niet toe. Spoedig werd de accordeon in de ban gedaan. De Kerk noemde het instrument de ‘Balg der hel’. In Baskenland, waar de Baskische variant op de trekzak ‘trikitixa’ heette, is de naam Hellebalg nog lang gebruikt.
Vanaf de tweede helft van 20 eeuw begint de trekzak in onbruik te raken, behalve in Baskenland. De muzikanten gaven de voorkeur aan de technische mogelijkheden en voordelen van de chromatische accordeon.
In Catalonië stond het instrument in de jaren zeventig op het punt van uitsterven en de instrumenten werden alleen nog bespeeld door muzikanten van vergevorderde leeftijd.
Gelukkig is het zover niet gekomen. Artur Blasco, Gaspar Viladomat en Josep Porta roepen in 1975 de ‘Associatie Arseguel en de accordeonisten van de Pyreneeën’ in het leven, die zich bezighoudt met het onderzoek naar en rehabilitering van het instrument.
Op 2 augustus 1976 vindt in Arseguel de eerste bijeenkomst van oude accordeonisten plaats. Het is het begin van een van de grootste trekzakfestivals in Europa.
Dankzij de wederopleving van de volksmuziek aan het eind van de jaren zeventig tot op de dag van vandaag is de diatonische accordeon aan hernieuwde belangstelling onderhevig. Het is opvallend dat de meeste activiteiten op dit gebied plaatsvinden in de grote stad, ver van waar het instrument zijn hoogtijdagen kende, nl. op het platteland.
Tegenwoordig is de diatonische accordeon te vinden in met name het noorden van het Spaanse schiereiland. Hierna volgt een meer gedetailleerd overzicht. (De afgebeelde kaart stelt de 17
autonome deelregio’ s in Spanje voor. WD)
De meeste gebruikte toonsoort is G/C. Onder de belangrijkste akkkordeonisten bevinden zich Brais Maceiras, van de beroemde gaitaband Susane Seivane, en Pedro Pascual, lid van de band Marful. In deze muziek hoor je zowel traditionele als moderne muziekritmes.
De meeste gebruikte toonsoort is C/F. Leraar en trekzakspeler Xuan Nel Expósito van de groep Felpeyu is de belangrijkste promotor van het instrument geweest. Andere geweldige muzikanten zijn Javier Tejedor, van de band Tejedor en David Varela van de band La Bandina.
Zonder enige twijfel is dit het gebied met de meeste trekzakliefhebbers. Er bestaat een belangrijk netwerk van scholen waar je het instrument kunt leren bespelen. De meest gebruikte toonsoort op deze scholen is Bes/Es, ook al staat het gebruikte notenschrift in C/F.
In dit geval hebben we te maken met een zeer ongebruikelijk instrument. In Baskenland spreekt men van trikitixa en het grote verschil is dat er aan de baskant niet acht, maar twaalf gelijktonige bassen zitten.
Er zijn ontzettend veel fantastische muzikanten die hun vaardigheden laten zien op de regelmatig georganiseerde trekzakfestivals.
De meest internationaal bekende is Kepa Junkera, die traditionele Baskische muziek met allerlei andere muziekstijlen vermengt. Met zijn album ‘Bilbao 00:00h’ is hij de eerste trikitixa-accordeonist geweest met een gouden plaat.
Verder zijn er Iker Goenaga, die hedendaagse muziek en wereldmuziek met elkaar verbindt en de eveneens bekende Joseba Tapia, van de beroemde band Tapia eta Leturia.
Er zijn ontzettend veel andere goede spelers in Baskenland, maar de vorige namen zijn het meest bekend.
De meest gebruikte toonsoort is G/C. De belangrijkste promotor en speler is Ignacio Alfayé, een gedreven muzikant die deel uitmaakt van talrijke bands als Margen Izquierda , A Cadiera Coixa, Duotónico enz.
Een andere goede speler in Aragón is David Buerba, lid van de Pyreneese folkband A Cadiera Coixa.
Er zijn ook andere bekende muzikanten zoals Chabier Crespo van de band Loba Parda, Manuel Dominguez van de beroemde band La Ronda de Boltaña en Pilar Gonzalvo van de Ierse folkband O’Carolan.
Sinds 2008 wordt in Zaragoza de zgn. ‘Trobada de acordeonistas’ georganiseerd met als doel de verspreiding en verbreiding van de trekzak in dit gebied.
De trekzak wordt hier overal bespeeld en er is een goed netwerk van scholen die zich bezighouden met lesgeven in trekzak. De meest gebruikte toonsoort is G/C.
Ook hier zijn er heel veel goede muzikanten actief.
Zo is Artur Blasco de belangrijkste promotor van de trekzak in Catalonië en schrijver van - interessante veldwerkstudies in Lérida en Gerona (Pyreneeén). Hij is ook oprichter van het trekzakfestival in Arseguel en lid van de band El Pont d'Arcalís.
Francesc Marimon is de oprichter van de dansband La portatil.Fm en een van de mensen die het meest heeft bijgedragen aan de hernieuwde belangstelling voor de trekzak in Catalonië.
Cati Plana is een trekzakspeelster die het meest de Catalaanse folk koestert. Ze is de oprichtster van de groep Sol de Nit.
Marc del Pino hoort eveneens tot de betere muzikanten in Catalonië; hij speelt in de groep Tazzuf (http://www.myspace.com/tazzuff). Andere spelers van formaat zijn Aleix Armengol, Joan Garriga, Perepau Jiménez, Guillem Anguera en Carles Belda.
Het is in Arseguel, Lérida, Catalonië, waar in het laatste weekeinde van juli een van de allergrootste trekzakfestivals in Europa wordt gehouden.
In de rest van Spanje zijn natuurlijk ook accordeonisten actief, zij het minder dan in Noord-Spanje. Nog wat namen: Amadeu Vidal en Josemi Sánchez uit Valencia.