In wezen is het jaarlijkse trefweekend van de balginstrumenten (vooral de trekharmonica) in het schilderachtige plaatsje Arsèguel in de Catalaanse Pyreneeën elk jaar vrijwel gelijk. Maar sinds ik het een keer heb meegemaakt wil ik er graag weer een keer heen.
Het begint op vrijdag ergens in Seu d’Urgell, een wat groter oord in de omgeving met een fraaie natuurstenen kathedraal, die vaak als achtergrond dient bij de optredens. Zaterdagavond zet het optreden zich voort in een tent bij de kerk van Arsèguel: het fraaie plein middenin het dorp werd te klein en met het oog op de weersomstandigheden ook wat riskant.
Voor een noorderling zijn die avondoptredens tamelijk vermoeiend: die uur lang met een kleine pauze van 10 uur in de avond tot één uur in de nacht (Eerder kan niet, want dan zijn de mensen nog niet klaar met eten.
). En op zaterdagnacht wordt dan zelfs nog bij de kerk tot in de kleine uurtjes verder gejammed. Wel is het opvallend dat de keuze voor muzikanten voor een groot deel valt op regio’s, die streven naar zelfstandigheid, of die koesteren (Quebec, Ierland, Baskenland, Bretagne en zelfs Oekraïne).
Leuker voor de matineuzer ingestelde noorderlingen is eigenlijk overdag en de vroege avond bij de kerk, waar diverse groepen traditionele muziek spelen. Jong en oud gooit daarbij de beentjes los. Je kunt er eten, drinken en standjes aflopen. Het is dan een echt familiegebeuren.
Dit jaar heb ik voorbij laten gaan, wegens een lange reis in een andere continent. Edoch, dankzij een lokaal televisiestation, dat diverse impressie op YouTube post, is het toch mogelijk er ‘een beetje bij te zijn geweest’. Maar als ik de beelden zie, vervloek ik af en toe dat ik dit slechts achter mijn Mac kan bekijken.