Het jaarlijkse Enkhuizer Trekzakfestival is dit jaar precies omgekeerd aan het voorgaande jaar verlopen. Het begon in een druilerige regen, maar eindigde met een zonnetje. In de omgeving van de haven was in de namiddag dan ook overal het geluid van Hohners, Serenelli’s, Mengascini’s en Castagnari’s te horen.
Hoewel de combinatie trekharmonica en water altijd wel een geslaagde combinatie is, geldt er één uitzondering: het water moet niet van boven komen, want we hebben nu eenmaal instrumenten die daar niet zo goed tegen kunnen.
Het was aanvankelijk ook een domper dat het regende. Zo goed en kwaad als het kon trokken de muzikanten zich terug op overdekte terrassen en in kroegen en winkels.
Maar toen in de loop van de middag het zonnetje doorbrak hoorde je het vertrouwde wisseltonige geluid weer overal: er waren zoveel spelers, dat het nauwelijks mogelijk was buiten elkaars gehoorsafstand te spelen. Dat gebeurde dan ook niet: langs het wandepad langs de haven konden de vele dagjesmensen onafgebroken de klanken van de trekzak tot zich nemen in allerlei uiteenlopende genres.
De ontvangst was goed geregeld, want in het restaurant van het station. Bart, de uitbater, had de daartoe dag zijn restaurant (en terras) ter beschikking gesteld. Vol was het daar wel, want ook ‘gewone’ bezoekers waren welkom. Maar wie weet hebben we ongemerkt toch nieuwe mensen door deze onverwachte ontmoetingen enthousiast kunnen maken voor de harmonica.