Trekharmonicaspelers zijn vaak wel wat romantoïstisch aangelegd. Als ze even de kans hebben installeren ze een open haard, of plaatsen een houtkachel. Leuk, toch die naar hars ruikende vurehoutblokken ernaast? Niet: dit kan je harmonica kosten!
Kun je misschien even kijken naar mijn harmonica? Deze knop klinkt niet goed. Ze zeggen dat er een vuiltje op de tong kan zitten.
Een oudere man heeft zich tijdens het Weekend van de Doorslaande Tongen met zijn harmonica bij mij gevoegd, want één knop lijkt inderdaad geteisterd te zijn door een stofje.
Maar even later staan we een kronkelend made-achtig gedrocht aan te staren dat zich naast een tongenblonk van deze nieuwe trekzak heeft genesteld en zich al behoorlijk tegoed heeft gedaan aan de registerschuif.
Ooit heb ik op ons vaste adres in het Zwarte Woud een achtergelaten boek gelezen of een door reusachtige wormachtige monsters geteisterd dorp. Ik moest er even aan denken toen ik de groep starende mensen zag rondom het geopende instrument.
Al gauw werd via de smartphone het verlossende antwoord gevonden: dit was geen ‘gewone’ houtworm, maar de larve van een boktor! Hoe was dat nou mogelijk?
Thuisgekomen trof ik al meteen een mail aan van een landelijke harmonicaverkoper, die de mare al had doorgekregen. Hij is er regelmatig mee geconfronteerd en hij had een paar keer meegemaakt, dat een klant uit een huisje in het bos met een larve van de boktor in een harmonica langs kwam. Die bleek een open haard te hebben, waar vers gekapt hout naast lag opgeslagen.
Kortom: het is niet raadzaam een harmonica te laten staan in een ruimte, waar zich ook haardhout bevindt: met name vurehout van de den. In dat geval is het raadzaam het instrument ergens anders neer te zetten, of – beter nog – in de koffer te laten.
Deze harmonica is gelukkig nog wel te herstellen. In elk geval kon ook het Doorslaande Tongen weekend ermee worden voltooid.