Veel trekharmonicaspelers zul je nooit op een open podium of een jamsessie zien spelen. Hooguit in huiselijke kring zullen ze hun wisseltonige gave tonen. Dat is jammer, want wie weet als je je over die drempel heb gewaagd en wat je speelt valt in de smaak, sterkt dat je zelfvertrouwen. Maar gaat het mis: geef het niet op!
Nu heb je met de trekharmonica een heel groot voordeel ten opzichte van andere instrumenten: als je je op de discant een knop vergist, zal het publiek het nauwelijks of niet merken: de harmonica zit zo in elkaar dat je dan bijna altijd nog binnen het juiste akkoord speelt. Wat wel belangrijk is in zo’n geval: stug doorspelen en maat blijven houden. Want als het daar niet goed gaat, valt het zeker op. Vooral als je dansers begeleidt.
Maar ik kan optreders in spé nog één grote troost geven: gaat het fout, dan vergaat de wereld echt niet. Ik maak op Open Podia en andere gelegenheden missers bij de vleet en ik leef nog. Meer dan dat, zelfs. En ondanks deze uitglijers is de waardering er niet minder om.
Het Doorslaande Tongen weekend van dit jaar (2018) is daarvan een goed voorbeeld. Als afsluiter van het Open Podium heb ik twee Catalaanse nummers gespeeld: het volkslied Els Segadors en een pasdoble - voor een publiek van mensen die voor een heel groot deel al ken.
Hoewel ik het eerste nummer uit ten treuren uit mijn hoofd kan spelen, was ik bloednerveus. Zo nerveus, dat ik niet me niet alleen vergiste in de melodieknoppen (wat in dit geval gezien het langzame tempo wel degelijk storend was), maar zelfs compleet naast het bes-akkoord greep. Eigenlijk maar goed, dus, dat de filmopname stopte.
Hoe zou het gaan met het tweede nummer? Een pasdoble in een rap tempo? De aanzet is er weer naast, maar voor mensen die de deun niet kennen nauwelijks merkbaar. Daarna gaat het beter: vooral als het publiek mee begint te klappen als een levende metronoom. Als het nummer voorbij is, breekt het publiek bekant de zaal af.
Het is alsnog een geruststellende afsluiting geworden.