Het leek me aanvankelijk tegen te zitten bij mijn aanmelding voor Gluren bij de Buren: het evenement waar huiskamers een middag een cultuurpodium zijn. De gastvrouw die mij het podium zou bieden bleek verhinderd. Gelukkig boden vele anderen mij een plek aan in de driekwartierpauzes tussen de optredens van hun gasten. Dat is verbazend goed uitgepakt.
Op safe spelende ben ik op de de uitnodiging van twee adressen in gegaan: een in Duinoord en een in Kijkduin. In Duinoord kon ik letterlijk tussen de schuifdeuren mijn introductie tot de trekharmonica presenteren. Die bestaat uit één nummer op de eenrijer om het principe van de trekzak uit te leggen, één nummer uit Scandinavië (ik kies bewust regio’s waar de trekharmonica populair is), één dubbelnummer uit Baskenland en een reeks nummers uit Catalonië. De gastvrouw was onder de indruk: ze wilde mogelijk zelfs op les!
Nóg verrassender was eigenlijk de sessie in Kijkduin: daar speelde de Doolaardband uit Voorburg, die bestaat uit drie broers en twee vriendinnen: de ene vriendin op de vijfsnarige banjo, de andere op... een trekharmonica.
Josefien – zo heet ze dus – was een keer bij mij binnen wezen vallen en vertelde toen dat ze graag bluegrass wilde spelen op de trekzak. Dat verbaasde me: het is er geen geëigend instrument voor. Maar zonder ooit enige les te hebben gehad, wist ze toch zomaar een nummer uit haar wisseltonige mouw te schudden, wat ze verbazend goed op het instrument vertolkte.
Nu ben ik geen bluegrass-expert, maar naar mijn gevoel deed Josefien op haar trekzak als het ware de vioolpartij.
Het was erg leuk om haar nu in de band te zien optreden. Sowieso is het te waarderen dat er gelukkig nog jongeren zijn die akoestische ongeplugde traditionele country weten te waarderen om het met verve te op de bühne te brengen.