Wat een goede actie en zeker voor herhaling vatbaar! Een prima initiatief binnen het Wijkberaad Vruchtenbuurt om een ‘muziek-in-de-tuin-en-op-de-stoep-dag’ te organiseren. En het weer zit op 20 juni gelukkig ook mee: droog en niet te warm en niet te koud.
Onder het motto ‘Er zit Muziek in de Vruchtenbuurt!’ kunnen verspreid door de wijk muzikanten uit de omgeving laten horen wat hun hobby of passie is.
Ik had drie tijdvakken van een half uur tot mijn beschikking. In die drie slagen heb ik zoveel mogelijk verschillende nummers gespeeld. Mijn gastvrouw en gastheer ben ik heel dankbaar voor het tijdelijk afstaan van hun tuin. Er was best wel wat publiek - vaak toevallige passanten, die aandachtig bleven staan kijken en luisteren. Beslist een voordeel van zo’n tuinoptreden - zeker bij een plein.
Als ik voor een publiek van trekharmonicaspelers speel, gaat het bijna van een leien dakje, maar bij spelen voor ‘gewone’ mensen krijg ik prompt last van plankenkoorts. Ik ga veel sneller praten en ook veel te snel spelen. En zelfs bij nummers die ik zo routineus beheers, dat mijn gedachten vaak afdwalen bij het repeteren, grijp ik er faliekant naast. Met het filmbewerkprogramma iMovie van de Mac kan ik het tempo wel wat terugschroeven terwijl de toonhoogte hetzelfde blijft. Maar met ‘misaanslagen’ is dat vrijwel onmogelijk.
Zo ook bij de Wals van Terschelling: een populair nummer van eigen bodem voor trekzakspelers. Het is voor trekharmonica gecomponeerd door Piet de Jong, een duvelstoejager uit Terschelling: een autodidact die orgel, trekharmonica, viool en zingende zaag speelde.
Alhoewel ik ook hier regelmatig als spelend de plank mis sla, heb ik na het plaatsen van een video van dit nummer toch een heel leuke reactie van een ‘Schylger’ (Terschellinger) gekregen. Die heeft Piet de Jong persoonlijk nog goed gekend:
Beste Eduard. Graag wil ik je het volgende juist hier laten weten. Het gaat over de ‘Wals van Piet de Jong’. Ik heb hem, op Piet na (!), nog door niemand beter horen spelen dan door jou.
Als oud-Terschellinger accordeonist (o.a. bij shantykoor) werd ik op latere leeftijd pas gegrepen door de harmonica en heb toen tijdens mijn vakanties op het eiland Piet (die ik al van vroeger kende - ik stond als 6 a 7 jrg broekie stiekem bij hem thuis voor het raam te luisteren als hij zat te spelen - oefenen voor de volksdansvereniging).
Toen ik jaren later bij Piet kwam als beginneling heeft hij zijn walsje meerdere keren voor mij gespeeld. Zit in mijn geheugen gegrift.
Compliment voor jouw vertolking hiervan! Jouw tempo is juist goed. De meesten spelen het te langzaam.
Dat is een natuurlijk een erg stimulerende reactie.
Na dit eerste halfuurtje spelen heb ik langer pauze ga ik even buurten bij een chromatische accordeonist. Die heeft het met zijn plek wat minder goed getroffen. Zijn spel wordt goeddeels overstemd door een beatband een honderd meter verderop. Eigenlijk zou ik er dus wel voorstander van zijn als bij deze initiatieven om die reden alleen ongeplugd wordt gespeeld.
Bij de accordeonist staan ook twee attractieve dames. Ik besluit me over mijn chronische verlegenheid heen te zetten en ze aan te spreken. Er is namelijk een oproep gedaan om video-opnames van jezelf op te sturen voor een compilatie. Maar ik heb nog niemand met een camera kunnen strikken. Kortom: ik trek al mijn charme en tact uit de kast om heel voorzichtig te vragen of ze me mijn tijdens mijn volgende sessie wat willen filmen. En ja hoor. Ze komen echt!
De eerste video die ze opnemen is ‘Les Fonts del Segre’ - de bronnen van de Segre: de langste rivier van Catalonië. Een compositie van een boer en kaasmaker, waarmee ik tijdens de nationale Catalaanse feestdag in 2019 nog samen dit nummer heb gespeeld.
De Catalaanse muziek valt in de smaak bij de dames. Ik rond dan ook af met twee jota’s, want de jota is mijn lievelingsdeun. Dat was al zo toen op mijn 16de flamencogitarist Carlos Montoya er eentje hoorde spelen.
De eerste, de Jota de Xàtiva komt er goed uit, al moet ik echt even de goede beginknoppen vinden. Hèt moment om een groot voordeel van de trekharmonica te demonstreren: alles op de buitenrij zit binnen één akkoord. En op de binnenrij bijna (gedraaide 5!) Dat betekent dat een deun niet meteen raar klinkt als je mis grijpt. Bij een chromatische accordeon is dat bepaald anders.
Met de Jaleo de Ferreries ga ik voor het eerst met een nummer zo de mist in, dat ik toch maar overnieuw begin. Daarna gaat het beter, maar het tempo blijft toch in de weg zitten. Dat ging in 2019 bij Doorslaande Tongen toch een stuk beter, alhoewel ik ook daar er hier en daar wel naast greep, maar het publiek buitengewoon verdienstelijk was in de functie van metronoom...
Maar al me al was dit evenement een groot succes en maakte het het gemis aan De Parels (dat ook dit jaar niet doorgaat) een beetje goed. Ik kijk uit naar de volgende editie!