Voor het trekharmonica-spelend en -minnend volkje is Eduard beslist een Bekende Nederlander, een persoonlijkheid vol humor waar bijna niemand omheen kan, omdat hij grondlegger en beheerder is van de oudste, grootste en steeds drukker bezochte harmonica-website van Nederland. En dat geldt ook voor andere balgminnaars, de accordeonspelers bijvoorbeeld, die uit pure interesse bij zijn Harmonicahoek op visite gaan.
Wat zijn z’n drijfveren? Waarom steekt iemand daar zoveel tijd en geestkracht in? Om dat te weten te komen, op naar Den Haag waar hij woont. IJs en weder dienende zullen we elkaar aan het Lange Voorhout ontmoeten waar Eduard me met de IJswals zal begroeten. Door de drukte daar, wekelijkse antiekmarkt, opening beeldenexpositie, overal terrassen, mis ik het grootste gedeelte van de IJswals en vindt vervolgens ons gesprek plaats op de terrasboot aan de Hooikade achter de Denneweg. De zon schijnt en er zijn leuke mensen om ons heen die het, evenals de serveerster, prachtig vinden als Eduard zijn vloeiend verteld verhaal regelmatig onderbreekt om op zijn meegebrachte Hohner Goudbrand muzikaal wat kracht te zetten bij zijn argumentatie.
Je bent eigenaar van de grootste harmonicasite van Nederland! Gelukkig?
“Gelukkig, jazeker!”.
Dan komt nu de hamvraag: was het gepland of is het je min of meer overkomen?
Ooit had ik een optreden geregeld in café De Posthoorn aan het Lange Voorhout, samen met m’n plaatsgenoten Fred Dekker en zijn zoon Paul, beiden ook toegewijde harmonicaspelers. Voor het publiek had ik een A4-tje gemaakt met informatie over de harmonica.
Toen ik begin 1999 ontdekte hoe je een webpagina kon maken, plaatste ik de tekst en de plaatjes van dat A4-tje op mijn persoonlijke site.
Daarop kreeg ik meteen veel bijval, maar enkele bezoekers vonden die informatie niet harmoniëren met de andere - zeer persoonlijk getinte - informatie. De pagina was inmiddels uitgebreid met meer pagina’s en ik besloot daarom dit in een aparte site te zetten.
Die site riep zoveel stimulerende reacties op, dat ik de sprong durfde te wagen naar een betaalde domeinnaam, die toendertijd nog vrij prijzig was. Door de vele bezoekers, die agenda-items instuurden, hun oude harmonica te koop aanboden, bladmuziek en foto’s instuurden of wezen op interessante artikelen in de pers, kwam de groei er vanzelf in.
Later volgde Piet Wagenaar met de site www.stf.nl – met een ongekende hoeveelheid harmonicalinks, dus een echte startpagina – en de mailgroep Trekharmonica (groups.yahoo.com) van Andrys Stienstra. Die drie vormen nu een onmisbare drie-eenheid voor de internettende Nederlandstalige trekharmonicaliefhebber. We vullen elkaar prima aan en verwijzen dan ook naar elkaar.
Je trekt zo’n 200 bezoekers op je site per dag, totaal zit je al dik boven de 100.000, zoveel balgspelers zijn er niet eens in ons land. KLANK-lezers genoeg waarvan ik weet dat ze je site regelmatig even aanklikken. Hoe krijg je dat voor elkaar?
Dat zit in datgene wat ik mijn webklanten ook voortdurend adviseer: zoek nieuws, of zorg daar zelf voor en plaats dat direct op je homepage. En ververs regelmatig. Zorg voor een zekere licht- en luchtigheid. Schuw het persoonlijke niet, maar plaats jezelf niet te veel op de voorgrond. Verder heb ik op de harmonicahoek een gigantisch nieuwsarchief. Via zoektermen op bijvoorbeeld Google kom je daardoor vrij makkelijk bij De Harmonicahoek uit. Verder staat er een forse collectie gratis bladmuziek op. En de nieuwsbrief, die ik regelmatig verstuur, voert het bezoekersaantal elke keer ook weer behoorlijk op.
Van het begin af aan dat ik je site heb bekeken, vielen me een paar dingen op. De gulheid en het enthousiasme bijvoorbeeld waarmee foto’s, bladmuziek, nieuws, kennis en informatie belangeloos ten dienste wordt gesteld van iedereen die daar behoefte aan heeft. Uit een soort idealisme? Heb je een boodschap?
Ja, dat klopt wel, ik voel me inderdaad iemand met een boodschap. Het is dat ik niet gelovig ben, anders had ik heel goed dominee kunnen worden, denk ik.
Vanuit welk idee doe je dit dan allemaal en wat is je boodschap?
Er is een sterke verharding gaande in de maatschappij. Ik merk het als ik mensen hoor praten over hun werksituatie, je leest het in de krant. Daartegen kom ik in opstand; niet door de barricaden op te gaan hoor, maar door een alternatief uit te dragen. Onlangs schreef een hoogleraar psychologie dat liefde niet meer van deze tijd is. Managers – ik geloof dat iedereen daar intussen over kan meepraten – zetten op de werkvloer deze liefdeloosheid om in praktijk. Ik heb dat zelf mogen ervaren en het minste dat ik kan doen met mijn eigen bedrijf is een beter voorbeeld geven, al moet ik op de koop toe nemen, dat ik dan natuurlijk slechts een geselecteerde groep klanten krijg, maar dat zijn dan wel aardige klanten.
Een maatschappij zonder liefde: ik kan het niet geloven. Liefde is nota bene de kurk waar een samenleving op drijft. Hoe kun je een kind zonder liefde opvoeden? Hoe kun je zonder liefde iemand nemen zoals hij is? Hoe kun je zonder liefde lekker koken en muziek maken? Hoe kun je mooi harmonica spelen als je niet houdt van de muziek die je speelt, als je niet houdt van je instrument?
Zou daardoor ook de liefde voor elkaar toenemen? ‘Liefde en - pakweg, in jouw geval - trekharmonica’ onverbrekelijk verbonden?
Veel trekharmonicaspelers heb ik inderdaad leren kennen als sociale en liefdevolle mensen. Mensen, die trekharmonica spelen kunnen zeer verschillen, maar hebben meestal gemeen, dat ze een open oor hebben voor andere stijlen dan ze zelf het liefste horen. Tussen Cajun, Steirisch, populair Nederlands, Frans/Bretons en Iers liggen grote verschillen, maar onderling is er toch veel contact.
Ik kan me Trek-er-es-Uut, het befaamde landelijke tweerijer evenement in Nijmegen, van vorig jaar nog heugen. Susan en Gertjan Groen – het bekende Steierduo – was uitgenodigd. Ze knepen hem behoorlijk, omdat ze dachten dat hun muziek niet in de smaak zou vallen, maar het publiek was razend enthousiast.
Ik beschouw het harmonicawereldje als een apart muziekwereldje, maar zeker niet vervreemd van de maatschappij. Daarom voel ik me er thuis. Een ieder wordt genomen zoals hij is, maar de muziek bindt ons. Het spelen van authentieke folkinstrumenten, zoals de doedelzak, de draailier, de fluit en de trekharmonica is gespeend van kapsones. Deze instrumenten hebben geen macho-uitstraling, zoals bijvoorbeeld de saxofoon en de gitaar, of een meer snobistisch imago zoals de piano en de viool en dat heeft tot gevolg, dat volksmuzikanten echt puur voor de muziek spelen en meer openstaan voor anderen.
Vaak is het zo bij kleine clubs dat er nogal eens wat haat en nijd onderling is. In de volksmuziek komt dat gelukkig nauwelijks voor en ik kan het weten, want ik sta er middenin.
Je bent intensief bezig met het onderhouden van je website vanuit de ideeën die je zojuist hebt toegelicht. Nou speel je zelf ook met veel plezier harmonica, kun je daarmee mensen op dezelfde manier inspireren?
Ik ben vaak het best op dreef als straatmuzikant, omdat mensen dan met het onverwachte worden geconfronteerd. Vooral kinderen pakken de muziek goed op. Het instrument maakt ze nieuwsgierig.
De leukste ervaring had ik aan de ‘Haegsche’ Frederik Hendriklaan, de winkelstraat in het sjieke Statenkwartier. Ik stond er een paar walsen te spelen, toen plotseling een hilarisch gelach en gejoel uit de kaaswinkel een eindje verderop opsteeg. Kijk ik daar al spelende naar binnen, zie ik alle klanten in de winkel met elkaar dansen, de winkelier incluis, die met zijn blauwe schort voor met een dame stond te zwieren. Kijk, dat is dus de extra dimensie die ik graag met mijn muziek in het dagelijks leven wil aanbrengen.
Mensen die de film ‘Lomax the Songhunter’ hebben gezien, herinneren zich vast een van de laatste scènes, waarin de klanten en het personeel van een dorpswinkel ineens opleven, als een paar mensen gaan zingen en een van de dorpelingen met zijn doedelzak binnenkomt. “Zo’n dorp leeft met die muziek ineens helemaal op”, is het commentaar in de film. Maar voor dit effect hoef je dus helemaal niet naar een afgelegen Italiaans dorpje.
Want een tweede ervaring had ik bij een Rotterdams nieuwsblad, waar ik oproepkracht ben. Bij toeval had ik een keer mijn kleine dwergharmonicaatje bij me, dat ik ooit van harmonicabouwer Karel van der Leeuw had gekregen. Dat maakte mensen nieuwsgierig. Of ik er ook ‘Aan de Amsterdamse Grachten’ op kon spelen.Je leert met de beperkingen van een instrument omgaan, maar dit kon ik echt niet. Ik besloot de Vlaamse Polka uit Perk te spelen. Prompt stond de hele redactie te dansen. Ze vonden dit voorval het hoogtepunt van het jaar!
Het doorbreken van de sleur vind ik zo’n beetje de belangrijkste zin van mijn leven. Ik lees van de trieste verhalen van bejaardenoorden waar de oudjes in een totale monotonie de avond van hun leven zitten te verkommeren. Onmenselijk gewoon. Een trekharmonica zou wonderen kunnen doen. Mark Söhngen – eigenlijk wel de aardigste muzikant die ik ken - heeft dit in een interview met het Eindhovens Dagblad zo fraai toegelicht: “Ik speel ook wel eens voor demente bejaarden. Fluistert zo’n vrouwke tegen mij: ‘Piet Hein’. Ik speel Piet Hein en zij staat op en zingt Piet Hein. Staat dat personeel elkaar aan te stoten. Zeggen ze nadien: die vrouw heeft elf jaar lang niks gezegd. Kippenvel. Nou nog!”
Kijk, dat bedoel ik dus. De kracht van het onverwachte.
Het is inmiddels half twee geworden en om twee uur heeft ons immer bezige baasje een andere afspraak. Ik zou eigenlijk zo graag de IJswals nog even van hem horen maar zie Eduard op zijn horloge kijken. Dan maar vlug nog vragen wat hij nu een echte harmonicaplek vindt.
Een plek waar de harmonica echt thuishoort is op het water of in een “historisch verantwoorde” landelijke omgeving. Niet voor niets is de Harmonicadag in Enkhuizen zo’n succes. Boerenerven zijn wegens de authentieke omgeving ook ideaal. Regelmatig heb ik gespeeld op een biologische boerderij bij Zoeterwoude, de dichtstbijzijnde plek van mijn woning in Den Haag waarvan ik echt vind dat de harmonica er werkelijk prima past. Een boerderij aan het water: wat wil je dan nog meer!
Van je site zul je hem niet kunnen kopen….
Nee, dat klopt, ik kan er jaarlijks één maandhypotheek mee aflossen. De tijd die ik er in steek staat daartoe in geen enkele verhouding. Maar het is wel een prachtig oefen- en leerproject voor mijn webklanten. Via de Harmonicahoek heb ik ooit een schoolhoofd overgehaald voor een site voor zijn school, terwijl hij tevens trekharmonica is gaan spelen. Zoiets vind ik eigenlijk veel leuker als het verdienen.
Verder brengt het me in immateriële zin veel meer rijkdom.Ik krijg veel reacties. Heel trekharmonicaspelend Nederland kent mij. Soms is dat wel lastig als ik word begroet: omgekeerd ken ik wel veel trekzakspelers, maar ik ken ze lang niet allemaal.
Eduard staat op om weg te gaan, slingert op geheel eigen wijze zijn trekharmonica over de schouder (zonder aan de TIPS van Henk Kuik te denken zodat deze meteen weer uitwaaiert omdat het riempje niet goed sluit) en belooft mij uitgebreid alle steun mocht ik van zijn boeiende uiteenzetting achteraf wat losse eindjes missen. En aan het feit, dat hij deze belofte ook in praktijk bracht, heeft u bovenstaand verhaal te danken.
Toen hij vertrokken was, keek ik op de klok. Tien voor twee, Eduard is vast te laat. Dan had die IJswals ook nog wel even gekund. Jammer!