Oplettende lezers hebben al mogen bemerken, dat ik vind dat Den Haag op het gebied van traditionele muziek en de trekharmonica weinig heeft te bieden.
Toch heeft zich een leuke ontwikkeling voorgedaan: inmiddels zijn hier twee BalFolk-dagen gehouden – en nog niet eens zo ver van mij vandaan!
BalFolk is een gelegenheid waar veel harmonica wordt gespeeld en meestal met een open podium. Maar toch is het in geen velden of wegen te vergelijken met de befaamde harmonicadagen in het Oosten des Lands. Het is vooral een gelegenheid waar veel wordt gedanst op livemuziek. En die muziek wordt gespeeld door gezelschappen, die traditionele dansen vertolken, al dan niet met een eigentijds tintje. Vertrouwde instrumenten zijn de doedelzak, draailier en natuurlijk de trekharmonica.
Dat zoiets in Den Haag gebeurt is bijzonder. En zeker op een plek waar doorgaans hele andere clubje oefenen en optreden: van punk tot heavy metal.
BalFolk – zelfs in Den Haag – is een doorslaand succes: het is druk, maar niet tè druk en jong en oud dans. Je kunt hier zelfs rustig je baby mee naartoe nemen en dat gebeurt dan ook.
Opvallend is het grote aantal jonge meiden uit de buurt dat zich in het dansgewoel stort. Dat is eigenlijk ook wel begrijpelijk. De bals beginnen altijd al vroeg, op een tijd dat je nog zonder veel gezeur over straat kunt. De sfeer is ontspannen; er is geen sprake van drugs of broeierige blikken en een deurbeleid is niet nodig.
Bij het recente BalFolk moet ik helaas weg voordat ik de kans krijg furore te maken op het open podium: men heeft mij gevraagd te komen spelen in een andere horecagelegenheid. Het betreft een feest in ‘Franse sfeer’ en ‘een accordeonist’ als ik zou daar mooi aan kunnen bijdragen. Tegenwerpingen van mijn kant dat ik geen accordeon speel maar harmonica en nauwelijks Franse nummers ken – laat staan Parijse musettes – blijken zinloos.
Als ik er ben voel ik het al aankomen: langzaam loop de tent vol met mannen met kalotjes, aangeplakte snorretjes en zwart-wit gestreepte shirts en vrouwen in overdadige jurken. En voller en voller, totdat het zo vol is dat ik zelfs met een Castagnari Tommy mijn balg niet meer maximaal kan openen. Dat is trouwens zinloos: het is in de kleine ruimte met honderden mensen zo lawaaiig geworden dat er niet meer tegen op spelen valt. De gastvrouw excuseert zich en zegt dat ze nu toch echt de gewone muziekinstallatie moet opengooien omdat ‘de sfeer anders inkakt’
Oftewel: ik mag best blijven, maar de harmonica moet opgeborgen. Gelukkig krijg ik toch mijn gage, maar voldaan ben ik allerminst.
Ik heb behoefte aan frisse lucht.
Humeurig stap ik in de stromende regen op mijn fiets, de Tommy waterdicht verpakt voorop. Humeurig omdat ik graag liever heel ergens anders had gespeeld: op het BalFolk waar men ruim baan geeft aan de harmonica. Graag had ik daar even een mazurka, wals of scottish ingezet.