Een goed huwelijk maakt je niet blind voor ander vrouwelijk schoon, heb ik al enkele decennia mogen ervaren. Mooie vrouwen, ik blijf er graag naar kijken.
Daar blijft het meestal bij. Maar ook dan moet je een beetje oppassen. Een langdurig staren kan tot irritatie leiden. Er kan meer achter worden gezocht dan er is.
Kees van Kooten wijdde ooit een verhaal aan dit fenomeen. Zijn broer zaliger hield van ‘kijkmeisjes’. Als hij een leuke jongedame zag, vroeg hij of hij een tijdje naar haar mocht kijken. Als ze aan het werk was als receptioniste, bijvoorbeeld. Hij gaf ze er zelfs geld voor. Zover ga ik niet.
Maar ik prijs ik mij gelukkig dat ik trekzak speel en ook naar evenementen ga waar anderen dat ook doen. En daar komt ik regelmatig vrouwen tegen die het bekijken waard zijn. Spelen ze muziek die ik mooi vindt, dan is het extra genieten. Je kunt minuten lang zonder risico naar ze kijken als ze spelen en ze vinden het nog leuk ook. Staan ze op YouTube, dan is enig verder risico te verwaarlozen.
De furore van Jet Zoon uit Wageningen tijdens VARA-nieuwjaarsconcert van 2006 aangekondigd door Hanneke Groenteman als ‘mooie Jet met haar trekharmonica’ was een genot.
Bij Trek er es Uut (Hemelvaartsdag Nijmegen) kom ik soms behalve oren ook ogen te kort. Cati Plana dit jaar. Ik kon mijn blik niet van het podium af houden.
Misschien vinden moralisten niet kunnen wat ik hier schrijf. We zitten hier nu eenmaal niet in Italië.
Goed, dan gaan we maar naar het instrument zelf: daar is ook genoeg moralisme te vinden. Onlangs voelde ik mij weer eens gedwongen om op ‘mijn’ site uit te leggen wat diatonisch is. Ik nam de piano als voorbeeld en zei het zo: Diatonisch is is de toonladder van een octaaf zonder de zwarte toetsen: zonder de halve tonen, dus.
Dat draaide uit op een uiterst felle reactie. Over bespelers van instrumenten met afwijkende stemmingen, die zich mogelijk gediscrimineerd zouden voelen. Bovendien klopt dat verhaal van die halve tonen dan niet meer. En nou haal je er ook nog eens een piano bij. Helemaal verkeerd.
Het blijft lastig om het verschil uit te leggen tussen harmonica en accordeon. Vooral omdat er zowel het diatonische als wisseltonige bij komt kijken. Ik doe het voortaan maar als volgt: als je zingt ‘do re mi fa so la si do’ zing je een diatonische toonladder, want de vijf halve tonen daar tussenin sla je dan over. Als dit op de harmonica over één rij na wilt doen, kan dat alleen duwend en trekkend. Vandaar wisseltonig. De ‘zwarte’ toetsen zitten daar niet tussen’. Die zitten - als ze er zitten - op een hele andere plek op het instrument. Vandaar diatonisch. Voor andere zienswijzen houd ik mij altijd aanbevolen.