Ik geloof dat ik nog nooit zo lang en zo intensief met één muziekboek in de weer ben geweest. Ik hoop dat deze uit hoeken en gaten opgediepte ‘historische Nederpop’ ook u als speler in zijn greep weet te krijgen.
Was getekend Ad Kwakernaat, die aan de hand van een lange speurtocht uit diverse oude muziekarchieven bijna 100 voor trekharmonica speelbare stukken wist te destilleren.
De wereld van de Nederlandse traditionele muziek is in beweging: er zijn spannende dingen gaande die deze bijna uitgestorven traditie misschien weer nieuw leven kunnen inblazen.
In voorbije eeuwen zorgden speel mannen in het dagelijks leven veelal voor de muzikale omlijsting: het waren beroeps-en amateurmuzikanten die speelden op markten, kermissen, bruiloften en danspartijen.
Op internet zijn de afgelopen jaren in hoog tempo allerlei lang vergeten muziekhandschriften en gedrukte bronnen gepubliceerd, met daarin de muziek die door zulke speelmannen ten gehore werd gebracht. Zo staat de (historische Nederpop' opnieuw in de belangstelling.
Halverwege 20111as ik een bericht van Mark van Nieuwstadt waarin hij opriep om mee te helpen dergelijke oude muziekboekjes te digitaliseren voor een website, de Lusthof der Muziek. Nu had ik mij voorgenomen om, zodra mijn werkzame leven achter de rug zou zijn, mij helemaal aan mijn passies te wijden, volksmuziek en de trekharmonica, en dus meldde ik mij aan als vrijwilliger.
Sindsdien heb ik negen handschriften met daarin maar liefst 1800 melodieën doorgespit. Al die gedigitaliseerde melodieën staan op de Lusthof der Muziek. Via die website kun je in veel gevallen ook scans van de originele handschriften vinden.
Inmiddels was er zo'n schat aan onbekend materiaal door mijn handen gegaan, dat Mark mij vroeg of de tijd niet eens rijp was om daar een persoonlijke keuze uit te maken en die te bewerken voor de trekharmonica. Dat was het begin van een nieuw avontuur: zou al mijn eerdere monnikenwerk inderdaad een nieuwe, makkelijk begaanbare muzikale weg door de geschiedenis hebben opgeleverd? Zou ik hiermee inderdaad betrekkelijk eenvoudig een gedegen keuze kunnen maken uit allerlei muziek waarvan ook ikzelf kortgeleden nog niet eens wist dat ze bestond? En zouden de opgediepte schatten wel geschikt zijn om op de trekharmonica weer tot leven te wekken?
We moeten niet vergeten dat onze ‘trekzak' immers pas in de negentiende eeuw een populair volksinstrument werd; de speelmansmuziek uit eerdere eeuwen is voor andere instrumenten geschreven, zoals luit, viool, gitaar en klavecimbel. Daar staat tegenover dat gedrukte muziekboekjes uit die tijd vaak vermelden dat ze bedoeld zijn voor ‘alderley instrumenten’. Ik stel me daarom voor dat, had de trekharmonica al bestaan, men ook die vast zonder veel problemen in het instrumentarium had opgenomen.
Mijn eerste selectie bestond uit enkele honderden melodieën, die ik bijna stuk voor stuk op de trekharmonica heb uitgeprobeerd. De helft viel af omdat het bereik bij nader inzien te groot was, er te veel tonen in zaten die buiten de diatonische toonladder vielen, of omdat de muziek op de trekharmonica gewoon niet lekker klonk.
Na die tweede selectieronde had ik een verzameling melodieën in handen die de tand des tijds prima had doorstaan. Na nog een derde grondige selectie hield ik de verzameling over die nu voor u ligt: een persoonlijke keuze uit bijna driehonderd jaar Nederlandse speelmansmuzîek!
Ik wil graag de mensen bedanken die mij bij het maken van dit boek met raad en daad hebben bijgestaan. Ik dank Mark voor zijn ideeën, zijn hulp bij het voorwoord en de korte inleiding bij iedere muziekbron. Frans Tromp, vanuit zijn enorme kennis van het Nederlandse traditionele dansrepertoire, bood zijn hulp aan en voorzag de melodieën van kritische opmerkingen en adviezen. Soms was een akkoordwijziging in één of twee maten al genoeg om de melodie nog spannender te maken. Maar meer dan eens leidden zijn suggesties tot zeer essentiële muzikale verbeteringen; in die gevallen staat zijn naam als arrangeur boven het stuk vermeld. Onnodig om te zeggen dat geen enkele melodie aan zijn scherpe muzikantengehoor ontsnapte!
Tot slot wierpen mijn trekharmonicavrienden Pim Lubbers en Gerard van der Wilt zich op als proefkonijn. Zij hebben alle melodieën nog eens op speelbaarheid getest.
Ik geloof dat ik nog nooit zo lang en zo intensief met één muziekboek in de weer ben geweest. Ik hoop dat deze uit hoeken en gaten opgediepte ‘historische Nederpop’ ook u als speler in zijn greep weet te krijgen.
Met andere woorden: veel speelplezier toegewenst!