In 1971 begonnen we in Helmond met een paar vrienden een folk-bandje: Free Folkway Ass.: Amerikaanse en Ierse muziek. De naam veranderde al snel in Volkoren, want we kwamen er al snel achter dat er ook Nederlandse volksmuziek bestond. En ik dus met een bandrecordertje langs bij hele oude mensen bij ons in de buurt en nog veel oudere liedjes geleerd, die wij dan in een nieuw jasje staken. Ook fijne harmonika-spelers waren daarbij!
Naar Nijmegen verhuisd speelde ik in allerlei groepen als Pijpekruid, Volluk en ’t Luiaerdsgild, waarmee ik nog steeds en met veel plezier schoolconcerten geef. Later kwam er met Captain Gumbo de cajun-muziek nog bij en met Rubiela Gonzalez () ook nog de prachtige harmonika-muziek van Zuid Amerika.
Altijd veel opgetreden, veel onderweg, veel muzikanten ontmoet, op festivals en zo maar, en vooral veel samen gespeeld met allerlei rare en boeiende mensen: boven op ’t biljart op 'n Brabantse boerenbruiloft, op 1 mei op ’t feest van de communisten in 'n Italiaans dorpje, in Denemarken met dronken Schotten, in Frankrijk met de draailieren tijdens ’t Bal Champêtre op Quatorze Juillet, in café l’Anse Bleu in Lafayette met oude Cajuns-harmonikaspelers, in Zwitserland met roodharige Italiaans-sprekende klarinetisten, met Ali Baba tussen twee kamelen op de markt in Marrakech, in Friesland met de dames van de skots-ploeg, in Tsjechië ’s morgens vierstemmig aan ’t bier en op Terschelling bij Jaap Aap.
Zo hoor je nog eens wat en als je dan zo voorzichtig eens probeert mee te spelen, dan leer je een hoop! En je wordt eens gevraagd om ’t ook weer aan andere mensen te leren op cursus en workshop en daar leer je dan nog ’t meest van, omdat je na moet gaan denken over wat je eigenlijk aan het doen bent en of ’t ook anders kan. Iemand iets leren heet op z'n brabants: ‘weg-leren’ en dat is dan ook een persoonlijke zaak!
Het is leuk om alles wat je mooi vindt eens op een rijtje te zetten. Als het rijtje lang genoeg is heb je zo een boek vol mooie deunen uit heel Europa en omstreken.