Een echte lepelbasser voor het ‘vette’ werk
Mark in zijn element
- De foto op de hoes van de LP ‘Van harmonika tot accordeon’ (Xilovox 1982) met een onherkenbare Mark Söhngen.
Van links naar rechts:- boven: Noud Martinali, Jurgen Peters en Gerard Voets,
- midden: Jo Gijsen, Toon Eekels, Mark Söhngen en Piet Huijs,
- onder: Johan Schoenmakers en Toon Manders.
Zoals je ook elders op deze site kunt zien, is Mark Söhngen van alle markten thuis: of het Cajun, traditioneel Nederlands, Zuid-Amerikaans of wat dan ook is: hij speelt er graag een deuntje van mee. Maar ook houdt hij van het wat-dichter-bij-huis-werk: de muziek uit ‘de streek’.
door Eduard Bekker
- Mark Söhngen: in zijn sas met de Martinali-tienbasser.
Mark heeft met zijn Brabantse roots nog menig volksmuzikant persoonlijk gekend. Zo ook Cees Eekels: de smid uit Vught, die zijn eigen harmonica’s bouwde: lepelbassers; solide trekkasten, door de stevige bassen geschikt voor het vette polkawerk en andere stampers.
Een ‘echte Eekels’ is nauwelijks nog te krijgen. Zijn neef, leerling en navolger Noud Martinali bouwde ze echter tot voor kort nog – en wel hele goeie ook. Mark Söhngen wist zowaar een exemplaar te bemachtigen: een A/D-tienbasser, waar hij heel erg mee in in zijn sas is.
Overigens is het in feite niet Mark’s eerste lepelbasser: ook zijn eenrijer van Karel van der Leeuw heeft twee lepelbassen.
- Piet Huijs.
Piet Huijs
In de 1979 verscheen de LP ’t Geheim van de Smid. Daarop nummers, die bijna allemaal op de lepelbassers van Eekels werden gespeeld door een scala aan oudere heren. Piet Huijs – evenals Noud Martinali ook een Kronenberger –speelde op deze LP de ‘Wiener Polka’. En evenals de smid Cees Eekels en timmerman Noud Martinali was Piet Huijs een echte handwerker: hij was loodgieter en repareerde daarnaast ook accordeons en harmonika’s. Ook wist hij veel van draaiorgels en sneed er ook de ‘boeken’ voor: (de bekende geperforeerde vellen waarin de muziek werd opgeslagen).
Fragment uit ‘Van Gewest tot Gewest’: op bezoek bij Cees Eekels in zijn werkplaats (1968).Met zijn harmonika's (een oude tweerijer en een steierische drierijer) en met zijn draaorgel luisterde hij allerlei festiviteiten op. Mark Söhngen kwam hem daar geregeld tegen en speelde dan altijd wat met hem samen. Ook was Mark nog te gast als muzikant op zijn zilveren bruiloft. Piet Huys overleed in 2003.
Beginriedeltje
De bovengenoemde Wiener Polka is volgens Mark niet op een ‘lepelaar’ gespeeld, maar op een steier. Maar hij heeft zich daardoor niet laten weerhouden deze fraaie deun weer tot leven te wekken op zijn net veroverde Martinali.
Tevens heeft hij zijn uitvoering meteen maar op muziek gezet. Valt niet mee: wij struikelen nog steeds over het beginriedeltje met 1/16de noten. Zelfs bij vertraagd afspelen gaat het nog te snel om te volgen.
Elitair
Overigens betreurt Mark Söhngen dat dergelijke ‘streekmuziek’ bij de jongere generatie niet meer wordt gespeeld. “Kiers, Visser en Boerenlietjes en Contredansen zijn wel fraai maar toch wel elitair, terwijl ik dat ‘volkse’ juist ook wel zijn charme vind hebben,” aldus Mark.
- Wiener Polka - Eerste stukje van het orgineel van Piet Huijs (in Bes/Es)
- Wiener Polka - De uitvoering op de
Martinali-lepelbasser (A/D) van Mark Söhngen
- ‘Sennengruß’ - door Noud Martinali zelf ingespeeld op ‘zijn’ lepelbasser, exclusief voor de Harmonicahoek, rond 2000.
- De website van harmonicabouwer Karel van der Leeuw
> Zweverink Muziek
> Zweverink Muziek
- Mark’s Digitrekles
- Mark’s Mooiste Deel III
- Mark’s Mooiste deel II
- Mark’s Mooiste I
- Filmmuziek
- Trekpop
- Trekpop 2
- Mark in zijn element
- ‘Maar ordinair is de accordeon niet!’
- Klezmer - ook voor de trekharmonica!
- De Nijmeegse Tweerijer – Nederland
- De Nijmeegse Tweerijer – Kinderliedjes
- De Nijmeegse Tweerijer – Europa - Deel I
- De Nijmeegse Tweerijer – Europa - Deel II
- De Nijmeegse Tweerijer – Amerika e.o.
- De Nijmeegse Eenrijer
- Mark Söhngen – eigen bewerkingen
- Bewerkingen uit de klassieke muziek
