Ad Dams, een van de weinigen die nog een originele lepelbasser bezit van de roemruchte smid Cees Eekels uit Vught liet me tijdens de trekzakdag in Veldhoven een knipsel zien uit de Volkskrant van lang geleden met een interview met Toon Eekels – ongetwijfeld een familielid van deze smid – en zijn kompaan Gerard Voets – een gewezen autospuiter. Samen stroopten ze met hun instrumenten Brabantse evenementen af.
Hoewel de aanwas van nieuwe trekzakspelers uit lijkt te blijven, is het inmiddels toch wel duidelijk dat zij niet de laatsten der trekharmonikanen waren. Maar wel is de lepelbasserspeler een zelfdzaam fenomeen geworden.
Overigens heeft de interviewer een steek laten vallen door de lepelbasser in het originele artikel een labelbasser te noemen.
Trekorgels
Ze noemen zich ‘De laatsten der harmonicanen’. Vroeger liepen Gerardus Voets en Toon Eekels met twee maten braderieën en markten af. Sinds vijf jaar werken ze als duo. Spel en drank in de provincie – en een gevoelig verlies tijdens een dutje.
Laatst ging het goed mis. De laatsten der harmonikanen vierden een succesvol optreden op de braderie in Roosendaal met flink wat borreltjes. Het overstappen op het station van Tilburg om vandaar verder te gaan naar 's-Hertogenbosch werd Gerardus Voets (54) en Toon Eekels (73) noodlottig. De prachtige labelbasser van Gerardus werd gestolen terwijl De laatsten der harmonikanen op de stationsbank een tukje deden.
Het duo kan er nog altijd goed kwaad om worden. Ja
, zegt Voets, wanneer jij niet in slaap was gevallen ...
Ja
, zegt ook Eekels, wanneer jij op je eigen instrument had gelet.
Goedmoedige ruzie binnen een hecht kamp. Maar het gaat dan om de laatste met de hand gebouwde lepelbasser van Nederland.
Eigenlijk is het een beknopt instrument, de voorloper van de accordeon
, vertelt Voets. Je haalt er maar tweeëneenhalf octaaf op. Maar wij zijn aan ze verknocht. Eigenlijk zijn wij ook de laatsten die er op kunnen spelen. Eerst speelden we met z'n vieren. Maar een is er gehemeld en de ander dronk nog meer dan wij. Daarom zijn er nu nog maar twee.
We spelen niet voor bekers, maar voor geld
, zegt Voets. Meestal vragen ze ons.
Het hele land zijn we al door geweest. Als ze maar onze treinreis betalen, de rest verdienen we zelf wel.met het offerblok dat we op onze koffers zetten. Je geeft ook geen geld aan ons. Je doneert met het oog op de noden van de accordeonist.
Eekels: Altijd doen we ons daske om en de bolhoed op. Hoeveel maal we al niet op die manier op de foto staan. Maar nu houden we winterslaap.
In deze tijd worden er toch geen braderieën of markten gehouden.
Dus oefenen we maar een beetje. Polka’s, walsen, marsen. Het moderne spul laten we aan alle anderen over. Want net zoals onze lepelbassers zijn ook wij uniek.
We kennen geen noot muziek
, zegt Voets. We hebben het serieus geprobeerd, maar het wil niet lukken.
Hoeft ook niet want we hebben geen concurrentie. Gerard Postma speelt ook lepelbasser, maar die kan de maat niet houden. En ene Cees van der Poel ook, maar dat is ook niks. Vandaar dat we een prachtig leven hebben. Vroeger was ik autospuiter, maar sinds ik uitgespotèn ben is het allemaal veel beter.
Zo is het
, beaamt Eekels.