Les krijgen bij de Deen Carl-Erik Lundgaard Jenssen is een voorrecht. De meesten die zich bij het hemelvaartstreffen voor zijn groep opgeven, vissen naast het net, want de groep is zwaar overtekend. Alleen diegenen die lid zijn van Trek er es Uut of per Girotel betalen lijken bij de dertien gelukkigen te kunnen horen.
Een van die bofkonten was ik dit jaar en de opmerking van iemand uit het publiek na onze presentatie (“Uit jullie spelen leidt ik af dat jullie een gezellige groep hebben”), was niet bepaald uit de lucht gegrepen.
Wat maakt de groep van Carl Erik nou tot zo’n enthousiaste gezellige groep?
Om te beginnen vertelt Carl Erik veel bij zijn tunes, waar ze vandaan komen, welke muzikant ze speelde en onder welke omstandigheden. Vaak zitten er hele anecdotes aan vast, waarbij - zo verklapte hij me naderhand - het vermaakgehalte belangrijker is dan de feitelijk weergave. Maar door deze context gaat een deun veel meer spreken.
Beslist niet minder van betekenis is, is dat Carl Erik elke tune samen met de leerlingen vantevoren in neuriët. Daarmee maak je je de maat, ritme en melodie al een beetje eigen, al voordat je ook maar één noot hebt gespeeld. Bij dit ‘hummen’ kun je al goed de accenten leggen, zelfs al het trek-duw-effect. Gekruist spelen kun je bijvoorbeeld hummen ‘ladadadadada’ en wisseltonig ‘jampatjapatapatampam’. Het prikkelt de drang om het op de harmonica net zo na te spelen. Bovendien geef je jezelf door uitstoten van deze klanken behoorlijk bloot. Dat versterkt dan weer de groepsband.
Voor iemand die van het blad speelt en op het gevoel niet de juiste knoppen kan vinden, kan de workshop nogal frustrerend zijn. Carl Erik vindt het prettiger om te horen dat je het ritme en de intonatie al te pakken hebt, dan dat je de melodie uit je kop kent (“Only kiss the buttons in this piece”. “Make the tones in this fragment by squeezing, not with te buttons.”).
Juist dit timbre, te bereiken door de balg goed onder de knie te hebben, is het meest leerzame element. Voordeel in dit geval is, dat bij de harmonica de melodie niet snel detoneert als je fout zit – zolang je maar met trekken en duwen gelijk op gaat en op de goede rij zit. De juiste vingerzetting kun je altijd nog later thuis eens rustig een uitzoeken.
Weliswaar rijkt Carl Erik zijn lesstof ook op notenschrift uit, maar hij benadrukt erbij, dat wat er staat best af kan wijken wat hij die dagen heeft voorgespeeld. Van hem hoef je een tune niet letterlijk op te vatten. “Geef er je eigen draai aan, dan wordt het jouw muziek. Daar is het juist volksmuziek voor”, is zijn credo.
Tot onze vreugde werden wij op de zaterdagochtend overigens verrast door het aantreden van Carl Erik’s medemuzikanten uit zijn formatie ‘Lang Linken’, zodat wij een informeel unplugged privé-optreden kregen.
Ja, als je tot de gelukkigen behoort, die bij hem is ingedeeld, ben je wel heel erg blij als je je cassetterecorder bij je hebt!