Het is me ooit één keer gebeurd, dat een tong van mijn harmonica afbreekt. In al die tien jaren dat ik er een heb. Maar gisteren was het dan de tweede keer. En dat op een moment dat om het even eufemistisch uit te drukken ‘minder goed’ uitkwam, namelijk tijdens het warmspelen, één minuut voordat ik live in de ochtenduitzending van Radio West mijn opwachting maakte.
Eigenlijk is het aan RTVwest-babe Debby Roukens te danken dat het toch nog allemaal redelijk goed verliep. Zij heeft de programmaleiding van het ochtendprogramma negentwaalf.nl getipt, nadat ze mij had geïnterviewd voor de Unicef-uitzending in het Venduehuis. De ochtend van de uitzending kreeg ik mailtje van haar of ik een nummer aan haar wilde opdragen.
Wel, toen ik dit las, besloot ik – niet geheel vrij van innerlijke streling en enig sentiment – mijn planning enigeszins aan te passen. Aanvankelijk was ik van plan de Wals van Kortenberg of Calijides te spelen, maar ‘Valsen til Christine’ vond ik een melodie die zich daar veel beter voor leende. Geen deun, maar een echte melodie, ‘a story’ zoals de componist, ‘onze’ bekende Deense trekharmonicaspeler Carl Erik Lundgaard Jensen, het zelf karakteriseerde.
In tegenstelling tot mijn korte presentatie in het Venduehuis, kon ik nu alle tijd nemen om me voor te bereiden en dat deed ik dan ook, in de ruimte naast de opnamestudio. Voor het geval ik wat meer tijd toebedeeld zou krijgen, oefende ik ook op wat andere stukken, sowieso ook wel even handig om de vingertjes los te krijgen.
En toen gebeurde het: de b van het hoge octaaf op de buitenrij van mijn Parigi GC liet ineens een toon horen, die meer op het waarschuwingssignaal leek van een Haagse tram, dan de een ietwat zwevende B, zoals het hoort.
De minuut die resteerde was net genoeg om te concluderen, dat ik bij de ‘Valsen til Christine’ deze knop gelukkig niet gebruikte.
Het spelen tijdens de uitzending was eigenlijk wel redelijk. Zeker heb ik dit veelgespeelde nummer er wel eens beter uitgekregen, maar dan in aanmerkelijk ontspannender omstandigheden. Ik maakte vrijwel geen fout en slaagde er geloof ik wel aardig in hetzelfde tempo aan te houden (en dat, terwijl ik binnen de vier minuten diende te blijven).
Overigens had presentator Willem van Zuilen al enige informatie tot zich genomen, zodat hij aanmerkelijk beter op de hoogte was van het instrument dan bijv. Theodor Holman en Hansje Bunschoten, toen ik in het programma Dolce Vita aantrad.
Hij stelde gerichte vragen, waar ik – helaas nog met enig gestotter: ik moet toch maar eens wat vaker voor de radio – een vrij goed antwoord op kon geven. Door tijdgebrek beperkte het praatje over mijn site zich slechts tot de aankondiging van het optreden van Wim Claes in Den Haag, op zich overigens ook een diatonisch unicum.
Maandagochtend 27 februari toog ik dus met mijn Parigi naar Karel van der Leeuw, ervan overtuigd zijnde, dat er sprake was van een gebroken tong. Een eenvoudige ingreep met een soort instrumentje dat wel lijkt op het haakje waarmee tandartsen tussen je kiezen peuren, verwijderde hij een stofje en klaar was kees!